Vastenoavund…. Carnaval dus. Het komt er weer aan. Het is op zen aller-vroegst, dit jaar. De eerste zondag van februari..echt vroeg dus.
Maar voordat het zover is zijn er de Tonproatavonden. Een avond waarbij iedereen in het dorp, die ook maar een klein beetje met zijn of haar kop boven het maaiveld uitsteekt, over de tong gaat. Vaak op een niet mis te verstane manier. Weet je, zeggen ze dan. Als het maar ludiek is, grappig dus en zonder kwetsend te zijn. Dan kan het slachtoffer er zelf vaak ook wel om lachen, al is het wel vaak als de bekende boer met kiespijn. Soms ook, vliegen de artiesten in hun enthousiasme wel eens lichtjes uit de bocht. In de meeste gevallen wordt het hun wel vergeven. Schuttingtaal echter, is in feite uit den boze. Dat heb je ook niet nodig om leuk te zijn, is mijn mening. Dat het op tv steeds vaker wordt gebezigd laten we maar voor wat het is. Maar in de ton heb je dat niet nodig, punt uit.
Tonproaten. Ik heb vijftien jaar, samen met vriend Peer, als Janus in de ton mogen staan tijdens Recht vur zunne Roap in het Rottenrijk. Een prachtige ervaring, kan ik je zeggen. Vier optredens, in twee weekenden, vermenigvuldigd met 15 jaar is toch wel zo’n zestig optredens in totaal. Echt geweldig om te doen.
Ik speelde het Geffes boertje Janus. En Peer, mijn compagnon in de ton, was steeds als tegenspeler een ander personage. Roept u maar… Een Amerikaan, Chinees, politicus, Belg, Tiroler, pastoor… Voor onze Peer was niets onmogelijk. In onze buut kwam de dorpspolitiek zodanig aan de orde dat de aanwezige raadsleden en overige bestuurders er even goed voor gingen zitten wanneer Janus en Peer in aantocht waren. Leuk was ook wel, dat we na afloop van onze buut wel eens teleurstellende uitingen te horen hebben gekregen van raadsleden of bestuurders, wanneer hij of zij niet vernoemd waren. Mooi toch.
Zowel in Nuland als in Vinkel zijn er ook de succesvolle Tonproatavonden. Ik ken ze, heb ze bezocht en ik kan je zeggen dat ook deze avonden echte toppers zijn. Ieder met zijn eigen identiteit, eigen humor en eigen optredens door plaatselijke artiesten. En ook daar hoor je, wanneer je na afloop een drankje drinkt, de artiesten praten over het tonproatvirus.
Deze week komt bij het verhaal van Petra en Jessica, elders in dit blad, die ton-verslaving ook aan de orde. Hun ervaring kan in feite gelijk worden getrokken met de beleving van zowel de Nulandse Brulboei als de Vinkelse Dolle Avond.
Ons laatste optreden van Janus en Peer was in 1996. Waar hebben we het over.. 20 jaar geleden alweer, bedenk ik me. En toch… Wanneer het weer zover is krijg ik steeds weer de kriebels. Dan lonkt die ton weer… Ik zou er het zo weer in willen gaan staan. En onze Peer ook, dat weet ik bijna zeker. Zo erg is dat tonproatvirus. Daar is volgens mij geen medicijn tegen opgewassen…
Maar weet je, ter bescherming van de toehoorders en natuurlijk van onszelf, houden we het maar bij de herinnering aan de mooie tijd.
“Ok mooi… Nie dan”.