30 september 2016

Aan tafel met.. Marijn Tilburgs, ‘t Stamhuijs

Een goed gesprek, dat kan bijvoorbeeld tijdens de lunch. Met medewerking van ‘t Stamhuijs gaat het Schijndels Weekblad maandelijks lunchen met lokale ondernemers en andere sleutelfiguren. In de eerste aflevering: Marijn Tilburgs. Hij is sinds 2007 samen met zijn partner Claudia Steenbakkers eigenaar van eeterij/cafetaria ‘’t Stamhuijs aan de Boschweg.

Is dit je eerste onderneming?

“Eigenlijk ben ik slager van beroep. Toen ik nog in loondienst was, wilde ik al graag de kar trekken, dacht ik mee over hoe we zaken beter konden laten verlopen. Mijn eerste onderneming begon ik met mijn toenmalige partner. We hadden een zaak in zijden bloemen en planten. Dat bleek hollen of stilstaan. Er was te weinig continuïteit, zodat we uiteindelijk besloten te stoppen. Later kreeg ik een nieuwe partner. Tegenover haar liet ik vallen dat ik wel eens de horeca in wilde. Claudia had al eens een cafetaria gehad en wist dat er nog een cafetaria te koop was.

Hoe bereidde je je voor?

Voor we naar de bank stapten, hebben we een plan gemaakt. Over onze visie op de toekomst van het cafetaria, want het was toen al duidelijk dat die meer inhoudt dan het frietje en de snack. Onze contactpersoon bij de bank merkte dat we wisten waar we het over hadden.
De eerste twee jaar heb ik er ook een vaste baan bij gehad. Dan kwam ik om half vijf/vijf uur thuis, trok een ander shirt aan en was tot twaalven in het cafetaria in de weer. Claudia en het personeel hadden de voorbereidingen al gedaan.

Welke eigenschappen oet een ondernemer hebben?

Passie is belangrijk, de bereidheid extra te werken. Met 40, 50 of 60 uur halen we het niet. En incasseringsvermogen. Die tegenvallers krijg je en daar moet je mee om kunnen gaan. Zondag was het bijvoorbeeld een drukke dag, we wisten dat we krap in het personeel zaten. Om 15.00 uur belt er iemand af omdat hij ziek is. Daar moet je tegen kunnen.
Essentieel is ook hoe je met het personeel omgaat. We hadden bijvoorbeeld helemaal aan het begin een jongen die wel erg lusteloos was. Ik vroeg hem wat er aan de hand was en adviseerde hem naar de dokter te gaan. Bleek dat hij Pfeiffer had. Daar heeft hij nog een jaar mee rondgelopen. Hij werkt niet meer bij ons, maar was wel blij dat ik hem dat zetje gegeven had. Ik probeer het personeel ook duidelijk te maken dat iedere schakel er toe doet. Degene die afwast is net zo belangrijk als degene die friet bakt. Als je eet met een vuile vork, is het toch minder lekker.
Ik zeg wel eens dat je als je arm bent alles zelf moet kunnen. Dat is natuurlijk niet helemaal waar, maar je moet wel overal over mee kunnen praten. Ik hoef geen boekhouder te zijn, maar moet mijn accountant wel kunnen begrijpen.

Hoe ziet je toekomst eruit

Daar ben ik wel erg benieuwd naar. Wie had tien jaar geleden gedacht dat je nu online friet kunt bestellen en thuis laten bezorgen? Dat is toch de trend en ik vraag me wel eens af hoe dat gaat eindigen. We hebben een eigen app, maar ik ben nog van de traditionele economie. Door facebook en dergelijke komen er toch nieuwe verdienmodellen. Wij zingen het nog wel uit, al wordt het bedrijf ook voor ons steeds gecompliceerder. Maar ikvind het vooral heel spannend en interessant hoe het met een volgende generatie verder gaat.

Foto's:


m