Raymond van het Groenewoud zong het al: het is de liefde voor muziek. In een nieuwe serie in het Schijndels Weekblad vertellen Schijndelaren over hun passie voor muziek. In de eerste aflevering Mari van der Steen.
Waarschijnlijk kun je hem ‘s nachts wakker maken om muziek te maken. De bijna 58-jarige Schijndelaar, in het dagelijks leven adjunct-directeur van het Kempenhorst College in Oirschot, behoort niet alleen tot de Schijndelse carnavalsadel, hij is ook trompettist en tambour-maaitre van de Drumfanfare en lid van Big Band Schijndel.
Hoe is het begonnen?
Eigenlijk zoals het ook ging met mijn loopbaan. Ik heb de pabo gedaan, maar kwam via invalwerk meteen in het voortgezet onderwijs terecht. Ik heb dus nooit gewerkt in de schoolvorm waarvoor ik eigenlijk was opgeleid. Zo ben ik via via ook met muziek in aanraking gekomen.
Mijn ouders waren heel actief in carnaval. Als vijfjarige liep ik al als jeugdprinsje mee in de kinderoptocht van Half Um. Daarin liep ook de Drumband mee. Dat vond ik prachtig. Toen ik 10 was, werd ik bazuinspeler. Iedere woensdag kreeg ik les van Frans van Boxmeer in de keuken achter zijn witgoedwinkel. Op de muziekschool heb ik alleen algemene muzikale vorming gedaan. In 1973 werd de drumband omgevormd tot fanfare. Op mijn vijftiende leerde ik trompet spelen. Als je ergens leert spelen, dan is het bij de harmonie.
In 2000 ben ik alsnog op de muziekschool les gaan nemen. Dat wilde ik zelf graag. Je speelt dan natuurlijk al heel lang op je eigen manier, en misschien niet altijd zoals het eigenlijk moet. Maar ik heb mijn diploma’s wel gehaald. Zowel over mijn werk als de muziek kun je zeggen dat ik erin ben gegroeid.
Je zit ook al een eeuwigheid bij ‘t Overschotje.
Vanaf het begin. Officieel is ‘t Overschotje opgericht in 1976, maar eigenlijk bestond het als muziekske al langer vanuit de Hofkapel waarin vooral muzikanten van de harmonie zaten. Maar anderen speelden ook graag mee met carnaval. Pieter de Laat schreef dan wat arrangementen die werden rondgedeeld voor de optocht. Ik deed meteen mee. Gaandeweg ontstonden er veel meer muziekskes, waarbij de harmonie toch vaak de basis bleek.
Behalve als muzikant ben je ook bestuurlijk actief.
Dat zal de aard van het beestje zijn. Ik denk dat ik iets moet zeggen. Ik ben 25 jaar bestuurslid van de harmonie geweest. Toen vond ik dat het tijd was voor nieuw bloed.
Ik ben ook minister van cultuur in het Schorsbosse kabinet. Ons “ministerie” zorgt onder andere voor de muzikale aankleding van de carnavalsmis, het elf-elfbal, het Liekusfist, het Krek Wa Andersbal en de Boerenbruiloft. Bij carnaval komt meer kijken dan vijf dagen feestvieren. Van september tot maart komen we iedere maand bij elkaar om alles voor te bereiden.
Je speelt ook nog in Big Band Schijndel.
Ik zat al in de voorloper, een door Koos Keetels opgerichte egerlaanderkapel. Die heeft maar kort bestaan. Uit de restanten is in 1982 de big band ontstaan. Het heeft een tijd geduurd om er de juiste swing in te krijgen. Nu gaat het lekker. De kern speelt al lang samen, de muzikanten voelen elkaar goed aan. Overigens zou ik mezelf zeker geen eersteklas bigbandtrompettist noemen, maar ik geniet van de muziek.
Wat zijn je muzikale voorkeuren?
Ik heb eigenlijk geen uitgesproken smaak, vind allerlei muziek mooi. Al luister ik op Spotify wel vaker naar bigbandmuziek.
Sinds 1997 ben je ook tambour-maaitre van de drumfanfare. Die heeft de afgelopen jaren drie fraaie taptoes georganiseerd.
We zijn er steeds in geslaagd om toppers naar Schijndel te halen. Voor onze eigen shows oefenden we maandenlang. Leuk om te doen, maar het was ook iedere keer een opluchting dat we het er goed vanaf brachten.
Sinds twee jaar speel je ook nog in Next, het podiumorkest van Drumband Exempel uit Empel. Wat is het leukste aan muziek maken?
Spelen voor publiek. Ik geniet ervan als ik na afloop blije gezichten zie. Daarom ben ik ook graag betrokken bij het organiseren van optredens en concerten. En dan zijn er de krenten in de pap. In 2011 heb ik met honderden andere amateurmuzikanten in de Amsterdam Arena meegespeeld met Andrae Rieu. Geweldig om mee te maken. En afgelopen jaar heb ik meegedaan aan de Nationale Taptoe in Ahoy’ Rotterdam. In een gelegenheidskorps, gekleed in tenues van oude korpsen. Al die uniformen worden in depot bewaard in Soesterberg.
Wat staat er komende tijd op het programma?
Op 18 juni brengen we met de Drumfanfare het programma Hollands Glorie. Het wordt een soort promconcert, compleet met zangeressen en een combo. Het wordt een avond vol Nederlandse klassiekers, van Andrae Hazes tot Within Temptation.