20 november 2015

Historisch Nieuwtje [81]

Sinds 2014 prijken op diverse plaatsen in en om het centrum van Schijndel in het plaveisel attentiestenen van meestal verdwenen monumenten met een korte historische omschrijving. Het Schijndels Weekblad geeft nog eens uitdrukkelijk bekendheid aan dit stukje Schijndelse historie. Uitgebreidere informatie is te vinden op de website van www.historisch-schijndel.nl. In deze aflevering de oude Domineeswoning in de Hoofdstraat.

door Henk Beijers

Op 2 april 1774 maakt het dorpsbestuur bekend dat het van plan is een “nieuwe pastorijehuysinge” te laten bouwen als woning voor de predikant op twee akkertjes in de Pastoorstiend of Papentiend, die toebehoren aan de Armentafel of H. Geesttafel. In ruil daarvoor krijgen de Armen het perceel de Schabbert gelegen in de Beemd. Hierover wordt een akkoord bereikt.
Op 6 februari 1775 volgt de definitieve aanbesteding van de bouw van de nieuwe pastorie. Een bestek beschrijft tot in detail interieur en exterieur alsmede alle te gebruiken materialen met hun kwaliteitsklasse en merk. Het zou veel te ver voeren en ook niet meer interessant zijn voor de lezer het 52 artikelen tellende bestek woordelijk te publiceren.

Het pand zoals het toen moest worden neergezet bestaat nu nog en daarom is het, gezien vanuit de monumentenzorg, prachtig dat dit bestek ongeschonden bewaard is gebleven. De meest markante zaken geven een indruk van de stijl waarin dit ‘herenhuis’ is gerealiseerd.
Het is dus gebouwd “op enen acker van den Grooten Armen in de Regtestraet” en wel door Nicolaas van der Donk voor een bouwsom van f. 4075,–, terwijl Quirijn van Grinsven uit Oss en Jan van den Camp uit Megen zich borg stelden. De gebruikte steensoorten waren harde in de Meierij gebakken mopstenen en “boere grauwe mopstenen” zoals die ook gebruikt waren aan de schuurkerk [de Roomsche Kerkschuur]. De genoemde vertrekken zijn een keuken met schoorsteen met schouwmantel, de grote voorkamer met schoorsteen, een kleine voorkamer, kelderkamer, twee bovenkamers. De schoorstenen die daar gemetseld worden, konden zijn “op de vorm van Engels, Luyks, Uyl de Boeuff”, waarbij de schouwmantels voorzien moesten worden van sierlijke lijsten. Op het huis zou een koperen vaan moeten gaan prijken met fijn goud verguld, waar een koperen bus ingewerkt werd met een staart, zodat het vaantje licht en vaardig op spillen kon draaien en in iedere spil een lelie. Die werd vervolgens recht op het noorden gesteld om “de wind aan de wijsen”. Onder de goot aan de straatkant zou een lijst aangebracht moeten worden “naer d’ordre Toscana”. De kap wenste men gedekt te zien met blauwe uitgeklonken Utrechtse pannen. Aan de voorzijde had men twee dakvensters gepland. De keuken werd vol gelegd met Utrechtse plavuizen. Het huis werd ingericht met twee alkoofbedsteden. Ook vernieuwde men tegelijkertijd het as – of brandhuis en legde men een aparte askuil aan. In de bijbehorende tuin was plaats voor een mooie vijver. Al het schilderwerk werd allereerst “gelijmd” met Engelse en goed geprepareerde lijm, gemengd met goede verf en als die droog was werd er nog ’n laag overheen aangebracht. De kalk die werd voorgeschreven was echte Luikse kluitkalk, voor de fundamenten gebruikte men harde mopstenen, voor de binnenmuren goede in de Meierij gebakken “blommertsteenen”, in de ramen Frans glas en voor het ijzerwerk koos men voor Zweeds ijzer. Mocht men ooit grondige reparaties of restauraties verrichten aan het huidige pand in de Hoofdstraat en links en rechts bijzondere materialen tegenkomen, dan zouden ze wel eens kunnen dateren uit 1775-1776.
In 1776 werd immers de bouw voltooid en kon de predikant zijn intrek nemen in zijn nieuwe prachtige pastorie. Maar ….er is geen koe zo bont of er zit wel een vlekje aan! Bij de inspectie werden natuurlijk de nodige defecten geconstateerd. Die liet men ten laste van de huidige aannemer opnieuw aanbesteden en de lijst met onvolkomenheden kon men ter secretarie gaan bekijken, waar hij 8 dagen ter inzage lag. De aanbesteding zou geschieden op 29 augustus 1776.
Naast de domineeswoning bouwde men tevens een kosterswoning, waarin nu een winkel gevestigd is. Schijndel was een indrukwekkend nieuw herenhuis rijker geworden.
Mooi dat na ingrijpende verbouwingen het oorspronkelijke bouwjaar nu nog steeds keurig vermeld staat op het pand!

Bronnen:
Henk Beijers e.a. Het Schijndelse landschap – cultuurhistorische notities rond bodemarchief, landschapsontwikkelingen en historische perceelsnamen [een uitgave van HKK Schijndel en gemeente anno 2003;
Henk vd Brand [2015] – de prachtig ontworpen folder waar alle 25 attentiestenen op staan afgebaald met de plattegrond van waar ze liggen [informatiepunt VVV uitgave van de STER]

Foto's:


00